Woordenlijst

Spaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/111792187.webp
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
cms/verbs-webp/40477981.webp
bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.
cms/verbs-webp/101556029.webp
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
cms/verbs-webp/130938054.webp
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
cms/verbs-webp/119404727.webp
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
cms/verbs-webp/77646042.webp
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
cms/verbs-webp/102823465.webp
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
cms/verbs-webp/128782889.webp
verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.
cms/verbs-webp/4706191.webp
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
cms/verbs-webp/63935931.webp
draaien
Ze draait het vlees.
cms/verbs-webp/123834435.webp
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
cms/verbs-webp/79404404.webp
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!