Woordenlijst

ложиться

Они устали и легли.

lozhit‘sya

Oni ustali i legli.

liggen

Ze waren moe en gingen liggen.

спасать

Докторам удалось спасти ему жизнь.

spasat‘

Doktoram udalos‘ spasti yemu zhizn‘.

redden

De dokters konden zijn leven redden.

путешествовать

Ему нравится путешествовать, и он видел много стран.

puteshestvovat‘

Yemu nravitsya puteshestvovat‘, i on videl mnogo stran.

reizen

Hij reist graag en heeft veel landen gezien.

оставлять

Вы можете оставить деньги.

ostavlyat‘

Vy mozhete ostavit‘ den‘gi.

houden

Je mag het geld houden.

ожидать

Моя сестра ожидает ребенка.

ozhidat‘

Moya sestra ozhidayet rebenka.

verwachten

Mijn zus verwacht een kind.

перепрыгивать

Атлет должен перепрыгнуть препятствие.

pereprygivat‘

Atlet dolzhen pereprygnut‘ prepyatstviye.

overspringen

De atleet moet over het obstakel springen.

танцевать

Они танцуют танго с любовью.

tantsevat‘

Oni tantsuyut tango s lyubov‘yu.

dansen

Ze dansen verliefd een tango.

руководить

Ему нравится руководить командой.

rukovodit‘

Yemu nravitsya rukovodit‘ komandoy.

leiden

Hij leidt graag een team.

допускать ошибку

Думайте внимательно, чтобы не допустить ошибки!

dopuskat‘ oshibku

Dumayte vnimatel‘no, chtoby ne dopustit‘ oshibki!

een fout maken

Denk goed na zodat je geen fout maakt!

продавать

Торговцы продают много товаров.

prodavat‘

Torgovtsy prodayut mnogo tovarov.

verkopen

De handelaren verkopen veel goederen.

зависеть

Он слеп и зависит от посторонней помощи.

zaviset‘

On slep i zavisit ot postoronney pomoshchi.

afhangen van

Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

потреблять

Она употребляет кусочек торта.

potreblyat‘

Ona upotreblyayet kusochek torta.

consumeren

Ze consumeert een stukje taart.