Woordenlijst

танцевать

Они танцуют танго с любовью.

tantsevat‘

Oni tantsuyut tango s lyubov‘yu.

dansen

Ze dansen verliefd een tango.

прогонять

Один лебедь прогоняет другого.

progonyat‘

Odin lebed‘ progonyayet drugogo.

wegjagen

De ene zwaan jaagt de andere weg.

находить снова

Я не мог найти свой паспорт после переезда.

nakhodit‘ snova

YA ne mog nayti svoy pasport posle pereyezda.

terugvinden

Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.

стоять

Горный лазатель стоит на пике.

stoyat‘

Gornyy lazatel‘ stoit na pike.

staan

De bergbeklimmer staat op de top.

обращать внимание на

Нужно обращать внимание на дорожные знаки.

obrashchat‘ vnimaniye na

Nuzhno obrashchat‘ vnimaniye na dorozhnyye znaki.

opletten

Men moet opletten voor de verkeerstekens.

смешивать

Различные ингредиенты нужно смешать.

smeshivat‘

Razlichnyye ingrediyenty nuzhno smeshat‘.

mengen

Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.

выходить

Дети, наконец, хотят выйти на улицу.

vykhodit‘

Deti, nakonets, khotyat vyyti na ulitsu.

uitgaan

De kinderen willen eindelijk naar buiten.

бросать

Они бросают мяч друг другу.

brosat‘

Oni brosayut myach drug drugu.

gooien naar

Ze gooien de bal naar elkaar.

убегать

Наш сын хотел убежать из дома.

ubegat‘

Nash syn khotel ubezhat‘ iz doma.

weglopen

Onze zoon wilde van huis weglopen.

случаться

Что-то плохое случилось.

sluchat‘sya

Chto-to plokhoye sluchilos‘.

gebeuren

Er is iets ergs gebeurd.

платить

Она заплатила кредитной картой.

platit‘

Ona zaplatila kreditnoy kartoy.

betalen

Ze betaalde met een creditcard.

звонить

Колокольчик звонит каждый день.

zvonit‘

Kolokol‘chik zvonit kazhdyy den‘.

rinkelen

De bel rinkelt elke dag.