Woordenlijst

Portugees (PT) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/93947253.webp
sterven
Veel mensen sterven in films.
cms/verbs-webp/71612101.webp
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
cms/verbs-webp/67035590.webp
springen
Hij sprong in het water.
cms/verbs-webp/106851532.webp
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
cms/verbs-webp/106725666.webp
controleren
Hij controleert wie daar woont.
cms/verbs-webp/70055731.webp
vertrekken
De trein vertrekt.
cms/verbs-webp/70864457.webp
brengen
De bezorger brengt het eten.
cms/verbs-webp/62788402.webp
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
cms/verbs-webp/75001292.webp
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.
cms/verbs-webp/96061755.webp
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
cms/verbs-webp/109071401.webp
omarmen
De moeder omarmt de kleine voetjes van de baby.
cms/verbs-webp/62175833.webp
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.