Woordenlijst

Bengaals – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/85677113.webp
gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.
cms/verbs-webp/116877927.webp
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.
cms/verbs-webp/91906251.webp
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
cms/verbs-webp/27564235.webp
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
cms/verbs-webp/113885861.webp
besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.
cms/verbs-webp/78073084.webp
liggen
Ze waren moe en gingen liggen.
cms/verbs-webp/118588204.webp
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/79404404.webp
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!
cms/verbs-webp/123519156.webp
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.
cms/verbs-webp/34664790.webp
verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.
cms/verbs-webp/122707548.webp
staan
De bergbeklimmer staat op de top.
cms/verbs-webp/43483158.webp
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.