Woordenlijst

Spaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/124053323.webp
sturen
Hij stuurt een brief.
cms/verbs-webp/106279322.webp
reizen
We reizen graag door Europa.
cms/verbs-webp/116610655.webp
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
cms/verbs-webp/115628089.webp
bereiden
Ze bereidt een taart.
cms/verbs-webp/121870340.webp
rennen
De atleet rent.