Woordenlijst

Ests – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/120509602.webp
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!
cms/verbs-webp/34979195.webp
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
cms/verbs-webp/84847414.webp
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
cms/verbs-webp/106997420.webp
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
cms/verbs-webp/81986237.webp
mengen
Ze mengt een vruchtensap.
cms/verbs-webp/106203954.webp
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
cms/verbs-webp/33688289.webp
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
cms/verbs-webp/62000072.webp
overnachten
We overnachten in de auto.
cms/verbs-webp/21689310.webp
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
cms/verbs-webp/104825562.webp
instellen
Je moet de klok instellen.
cms/verbs-webp/129002392.webp
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
cms/verbs-webp/67095816.webp
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.