Woordenlijst

Ests – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/114231240.webp
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/80332176.webp
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
cms/verbs-webp/90287300.webp
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/57248153.webp
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
cms/verbs-webp/120870752.webp
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
cms/verbs-webp/86215362.webp
sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.
cms/verbs-webp/120368888.webp
vertellen
Ze vertelde me een geheim.
cms/verbs-webp/84476170.webp
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
cms/verbs-webp/32685682.webp
bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.
cms/verbs-webp/109099922.webp
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
cms/verbs-webp/68435277.webp
komen
Ik ben blij dat je bent gekomen!
cms/verbs-webp/35862456.webp
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.