Woordenlijst

Frans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/109434478.webp
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
cms/verbs-webp/120900153.webp
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
cms/verbs-webp/74908730.webp
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
cms/verbs-webp/38753106.webp
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
cms/verbs-webp/61575526.webp
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
cms/verbs-webp/57574620.webp
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
cms/verbs-webp/101709371.webp
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.
cms/verbs-webp/78063066.webp
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
cms/verbs-webp/98561398.webp
mengen
De schilder mengt de kleuren.
cms/verbs-webp/111750395.webp
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
cms/verbs-webp/117311654.webp
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.
cms/verbs-webp/102169451.webp
omgaan
Men moet met problemen omgaan.