Woordenlijst

Tamil – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/87994643.webp
wandelen
De groep wandelde over een brug.
cms/verbs-webp/75195383.webp
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
cms/verbs-webp/26758664.webp
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
cms/verbs-webp/109657074.webp
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
cms/verbs-webp/113418367.webp
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
cms/verbs-webp/91254822.webp
plukken
Ze plukte een appel.
cms/verbs-webp/100011930.webp
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
cms/verbs-webp/123492574.webp
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
cms/verbs-webp/44127338.webp
stoppen
Hij stopte met zijn baan.
cms/verbs-webp/35071619.webp
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
cms/verbs-webp/124274060.webp
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
cms/verbs-webp/118232218.webp
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.