Woordenlijst

Frans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/71883595.webp
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/101158501.webp
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
cms/verbs-webp/118253410.webp
uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.
cms/verbs-webp/95543026.webp
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.
cms/verbs-webp/113842119.webp
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
cms/verbs-webp/106622465.webp
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
cms/verbs-webp/114231240.webp
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/102169451.webp
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/100649547.webp
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.
cms/verbs-webp/92054480.webp
gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?
cms/verbs-webp/90554206.webp
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/94909729.webp
wachten
We moeten nog een maand wachten.