Woordenlijst

Esperanto – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/23468401.webp
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!
cms/verbs-webp/106665920.webp
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
cms/verbs-webp/100434930.webp
eindigen
De route eindigt hier.
cms/verbs-webp/92054480.webp
gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?
cms/verbs-webp/111160283.webp
voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
cms/verbs-webp/124525016.webp
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
cms/verbs-webp/122153910.webp
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
cms/verbs-webp/68761504.webp
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/95543026.webp
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.
cms/verbs-webp/106279322.webp
reizen
We reizen graag door Europa.
cms/verbs-webp/108991637.webp
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/116835795.webp
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.