لغت

یادگیری افعال – هلندی

cms/verbs-webp/84472893.webp
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
سوار شدن
بچه‌ها دوست دارند روی دوچرخه یا اسکوتر سوار شوند.
cms/verbs-webp/124458146.webp
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
سپردن
صاحب‌ها سگ‌هایشان را برای پیاده‌روی به من می‌سپارند.
cms/verbs-webp/106665920.webp
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
احساس کردن
مادر بسیار محبت به فرزندش احساس می‌کند.
cms/verbs-webp/75423712.webp
veranderen
Het licht veranderde in groen.
تغییر کردن
چراغ به سبز تغییر کرد.
cms/verbs-webp/95938550.webp
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.
با خود بردن
ما یک درخت کریسمس با خود بردیم.
cms/verbs-webp/34664790.webp
verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.
شکست خوردن
سگ ضعیف‌تر در جنگ شکست می‌خورد.
cms/verbs-webp/91147324.webp
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
پاداش دادن
او با یک مدال پاداش داده شد.
cms/verbs-webp/98060831.webp
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
منتشر کردن
ناشر این مجلات را منتشر می‌کند.
cms/verbs-webp/77883934.webp
genoeg zijn
Dat is genoeg, je irriteert!
کافی بودن
کافی است، شما آزاردهنده هستید!
cms/verbs-webp/100011426.webp
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
تاثیر گذاردن
خود را تحت تاثیر دیگران قرار ندهید!
cms/verbs-webp/130938054.webp
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
پوشاندن
کودک خود را می‌پوشاند.
cms/verbs-webp/68212972.webp
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
صحبت کردن
هر که چیزی می‌داند می‌تواند در کلاس صحبت کند.