لغت

آموزش قیدها – هلندی

cms/adverbs-webp/178519196.webp
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
صبح
من باید صبح زود بیدار شوم.
cms/adverbs-webp/71670258.webp
gisteren
Het regende hard gisteren.
دیروز
دیروز باران سنگینی آمد.
cms/adverbs-webp/166071340.webp
uit
Ze komt uit het water.
بیرون
او از آب بیرون می‌آید.
cms/adverbs-webp/46438183.webp
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
پیش
او پیش‌تر از الان چاق‌تر بود.
cms/adverbs-webp/128130222.webp
samen
We leren samen in een kleine groep.
باهم
ما باهم در یک گروه کوچک می‌آموزیم.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
جایی
خرگوش جایی پنهان شده است.
cms/adverbs-webp/96228114.webp
nu
Moet ik hem nu bellen?
حالا
آیا حالا باید به او زنگ بزنم؟
cms/adverbs-webp/118228277.webp
uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.
بیرون
او دوست دارد از زندان بیرون بیاید.
cms/adverbs-webp/121564016.webp
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
طولانی
من مجبور بودم طولانی در اتاق انتظار بمانم.
cms/adverbs-webp/93260151.webp
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
هرگز
هرگز با کفش به رختخواب نرو!
cms/adverbs-webp/54073755.webp
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
روی آن
او روی سقف می‌پرد و روی آن می‌نشیند.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
samen
De twee spelen graag samen.
باهم
این دو دوست دارند باهم بازی کنند.