لغت

یادگیری افعال – هلندی

cms/verbs-webp/93697965.webp
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
چرخیدن
اتومبیل‌ها در یک دایره می‌چرخند.
cms/verbs-webp/114379513.webp
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
پوشاندن
لیلی‌های آبی آب را می‌پوشانند.
cms/verbs-webp/108520089.webp
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
دارا بودن
ماهی، پنیر و شیر زیادی پروتئین دارند.
cms/verbs-webp/122638846.webp
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
لال کردن
آن مفاجأت او را لال می‌کند.
cms/verbs-webp/46998479.webp
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
بحران کردن
آنها برنامه‌های خود را بحران می‌کنند.
cms/verbs-webp/118868318.webp
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
دوست داشتن
او شکلات را بیش از سبزیجات دوست دارد.
cms/verbs-webp/93150363.webp
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
بیدار شدن
او تازه بیدار شده است.
cms/verbs-webp/129235808.webp
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
گوش دادن
او دوست دارد به شکم همسر حامله‌اش گوش دهد.
cms/verbs-webp/99592722.webp
vormen
We vormen samen een goed team.
تشکیل دادن
ما با هم یک تیم خوب تشکیل می‌دهیم.
cms/verbs-webp/117284953.webp
uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.
انتخاب کردن
او یک عینک آفتابی جدید انتخاب می‌کند.
cms/verbs-webp/111021565.webp
walgen van
Ze walgde van spinnen.
تنفر داشتن
او از عناکبوت تنفر دارد.
cms/verbs-webp/43483158.webp
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
با قطار رفتن
من با قطار به آنجا می‌روم.