لغت

یادگیری افعال – هلندی

cms/verbs-webp/47062117.webp
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.
کنار آمدن
او باید با کمی پول کنار بیاید.
cms/verbs-webp/119895004.webp
schrijven
Hij schrijft een brief.
نوشتن
او یک نامه می‌نویسد.
cms/verbs-webp/67955103.webp
eten
De kippen eten de granen.
خوردن
جوجه‌ها دانه‌ها را می‌خورند.
cms/verbs-webp/100634207.webp
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
توضیح دادن
او به او توضیح می‌دهد چگونه دستگاه کار می‌کند.
cms/verbs-webp/40094762.webp
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.
بیدار کردن
ساعت زنگ دار ساعت 10 صبح او را بیدار می‌کند.
cms/verbs-webp/100965244.webp
naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.
نگاه کردن
او به دره پایین نگاه می‌کند.
cms/verbs-webp/115224969.webp
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
بخشیدن
من بدهی‌های او را می‌بخشم.
cms/verbs-webp/27076371.webp
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
تعلق داشتن
همسر من متعلق به من است.
cms/verbs-webp/124545057.webp
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
گوش دادن
کودکان دوست دارند به داستان‌های او گوش دهند.
cms/verbs-webp/58883525.webp
binnenkomen
Kom binnen!
وارد شدن
وارد شو!
cms/verbs-webp/58993404.webp
naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.
به خانه رفتن
او بعد از کار به خانه می‌رود.
cms/verbs-webp/49853662.webp
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
نوشتن روی
هنرمندان روی تمام دیوار نوشته‌اند.