لغت

یادگیری افعال – هلندی

cms/verbs-webp/21529020.webp
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
به سمت دویدن
دختر به سمت مادرش می‌دود.
cms/verbs-webp/94796902.webp
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
بازگشتن
من نمی‌توانم راه بازگشت را پیدا کنم.
cms/verbs-webp/118011740.webp
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
ساختن
بچه‌ها یک برج بلند می‌سازند.
cms/verbs-webp/128782889.webp
verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.
شگفت‌زده شدن
وقتی خبر را دریافت کرد شگفت‌زده شد.
cms/verbs-webp/46998479.webp
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
بحران کردن
آنها برنامه‌های خود را بحران می‌کنند.
cms/verbs-webp/89869215.webp
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
لگد زدن
آن‌ها دوست دارند لگد بزنند، اما فقط در فوتبال میزی.
cms/verbs-webp/71612101.webp
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
وارد شدن
مترو تازه به ایستگاه وارد شده است.
cms/verbs-webp/74908730.webp
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
باعث شدن
آدم‌های زیادی به سرعت باعث آشفتگی می‌شوند.
cms/verbs-webp/129300323.webp
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
لمس کردن
کشاورز گیاهان خود را لمس می‌کند.
cms/verbs-webp/123211541.webp
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
باریدن
امروز بسیار برف باریده است.
cms/verbs-webp/91930309.webp
importeren
We importeren fruit uit veel landen.
وارد کردن
ما میوه از بسیاری از کشورها وارد می‌کنیم.
cms/verbs-webp/70864457.webp
brengen
De bezorger brengt het eten.
تحویل دادن
فرد تحویل کننده غذا را می‌آورد.