لغت
یادگیری افعال – هلندی

mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.
مخلوط کردن
تو میتوانی یک سالاد سالم با سبزیجات مخلوط کنی.

bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
وجود داشتن
دایناسورها دیگر امروز وجود ندارند.

bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
دارا بودن
ماهی، پنیر و شیر زیادی پروتئین دارند.

vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
خواستن
نوعه من از من زیاد میخواهد.

trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
ازدواج کردن
کودکان اجازه ازدواج ندارند.

weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.
دانستن
بچهها خیلی کنجکاو هستند و الان زیاد میدانند.

wachten
Ze wacht op de bus.
انتظار کشیدن
او در انتظار اتوبوس است.

uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.
فشار دادن
او لیمو را فشار میدهد.

uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
باز کردن
پسرمان همه چیزها را باز میکند!

elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
نگاه کردن
آنها به هم مدت طولانی نگاه کردند.

accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
قبول کردن
اینجا کارتهای اعتباری قبول میشوند.
