لغت
یادگیری افعال – هلندی

naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.
نزدیک شدن
شانس به سویت میآید.

verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.
شگفتزده شدن
وقتی خبر را دریافت کرد شگفتزده شد.

bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.
آگاه بودن
کودک از جدال والدینش آگاه است.

zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.
پیچیدن به
آنها به یکدیگر پیچیدهاند.

schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
نقاشی کردن
من برای تو یک تابلوی زیبا نقاشی کردهام!

sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
مرتب کردن
من هنوز باید کاغذهای زیادی را مرتب کنم.

moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
سخت یافتن
هر دوی آنها وداع گفتن را سخت مییابند.

voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
تصور کردن
او هر روز چیزی جدید تصور میکند.

tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
نمایش دادن
هنر مدرن اینجا نمایش داده میشود.

gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
آسان بودن
سواری بر موج برای او آسان است.

bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
تبلیغ کردن
ما باید گزینههای جایگزین برای ترافیک خودرو تبلیغ کنیم.
