Ordforråd

Lær verb – Dutch

cms/verbs-webp/67624732.webp
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
frykte
Vi fryktar at personen er alvorleg skadd.
cms/verbs-webp/101556029.webp
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
nekte
Barnet nektar maten sin.
cms/verbs-webp/93221279.webp
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
brenne
Ein eld brenner i peisen.
cms/verbs-webp/91147324.webp
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
belønne
Han vart belønna med ein medalje.
cms/verbs-webp/105934977.webp
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
generere
Vi genererer straum med vind og sollys.
cms/verbs-webp/123834435.webp
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
ta tilbake
Apparatet er defekt; forhandlaren må ta det tilbake.
cms/verbs-webp/109434478.webp
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
opne
Festivalen blei opna med fyrverkeri.
cms/verbs-webp/122394605.webp
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
skifte
Bilmeikanikaren skifter dekka.
cms/verbs-webp/25599797.webp
besparen
Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.
spare
Du sparar pengar når du senker romtemperaturen.
cms/verbs-webp/66441956.webp
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
skrive ned
Du må skrive ned passordet!
cms/verbs-webp/102731114.webp
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
publisere
Forlaget har publisert mange bøker.
cms/verbs-webp/102168061.webp
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
protestere
Folk protesterer mot urettferd.