Woordenlijst

Spaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/85968175.webp
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
cms/verbs-webp/84506870.webp
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/101742573.webp
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.
cms/verbs-webp/73880931.webp
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
cms/verbs-webp/94909729.webp
wachten
We moeten nog een maand wachten.
cms/verbs-webp/62175833.webp
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
cms/verbs-webp/90292577.webp
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
cms/verbs-webp/115207335.webp
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.
cms/verbs-webp/853759.webp
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
cms/verbs-webp/46385710.webp
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
cms/verbs-webp/109071401.webp
omarmen
De moeder omarmt de kleine voetjes van de baby.
cms/verbs-webp/120254624.webp
leiden
Hij leidt graag een team.