Woordenlijst

Frans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/111750432.webp
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
cms/verbs-webp/41019722.webp
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
cms/verbs-webp/106787202.webp
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!
cms/verbs-webp/107996282.webp
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
cms/verbs-webp/113885861.webp
besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.
cms/verbs-webp/114593953.webp
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
cms/verbs-webp/55372178.webp
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.
cms/verbs-webp/28642538.webp
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
cms/verbs-webp/92145325.webp
kijken
Ze kijkt door een gat.
cms/verbs-webp/84314162.webp
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.
cms/verbs-webp/66441956.webp
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/90321809.webp
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.