Woordenlijst

Frans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/33493362.webp
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.
cms/verbs-webp/40477981.webp
bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.
cms/verbs-webp/81885081.webp
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
cms/verbs-webp/121180353.webp
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
cms/verbs-webp/106203954.webp
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
cms/verbs-webp/122398994.webp
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
cms/verbs-webp/114091499.webp
trainen
De hond wordt door haar getraind.
cms/verbs-webp/130938054.webp
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
cms/verbs-webp/33599908.webp
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
cms/verbs-webp/119404727.webp
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
cms/verbs-webp/117491447.webp
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
cms/verbs-webp/90773403.webp
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.