Woordenlijst

Hindi – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/120509602.webp
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!
cms/verbs-webp/80116258.webp
evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.
cms/verbs-webp/102167684.webp
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
cms/verbs-webp/19351700.webp
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
cms/verbs-webp/55128549.webp
gooien
Hij gooit de bal in de mand.
cms/verbs-webp/102823465.webp
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
cms/verbs-webp/130938054.webp
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
cms/verbs-webp/92266224.webp
uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
cms/verbs-webp/41019722.webp
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
cms/verbs-webp/62000072.webp
overnachten
We overnachten in de auto.
cms/verbs-webp/92207564.webp
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
cms/verbs-webp/77572541.webp
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.