Woordenlijst

тренировать

Профессиональные спортсмены должны тренироваться каждый день.

trenirovat‘

Professional‘nyye sportsmeny dolzhny trenirovat‘sya kazhdyy den‘.

trainen

Professionele atleten moeten elke dag trainen.

заблудиться

В лесу легко заблудиться.

zabludit‘sya

V lesu legko zabludit‘sya.

verdwalen

Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.

бороться

Атлеты борются друг с другом.

borot‘sya

Atlety boryutsya drug s drugom.

vechten

De atleten vechten tegen elkaar.

переворачивать

Она переворачивает мясо.

perevorachivat‘

Ona perevorachivayet myaso.

draaien

Ze draait het vlees.

останавливать

Женщина останавливает машину.

ostanavlivat‘

Zhenshchina ostanavlivayet mashinu.

stoppen

De vrouw stopt een auto.

описывать

Как можно описать цвета?

opisyvat‘

Kak mozhno opisat‘ tsveta?

beschrijven

Hoe kun je kleuren beschrijven?

случаться

Что-то плохое случилось.

sluchat‘sya

Chto-to plokhoye sluchilos‘.

gebeuren

Er is iets ergs gebeurd.

подходить

Этот путь не подходит для велосипедистов.

podkhodit‘

Etot put‘ ne podkhodit dlya velosipedistov.

geschikt zijn

Het pad is niet geschikt voor fietsers.

ударять

Она ударяет мяч через сетку.

udaryat‘

Ona udaryayet myach cherez setku.

slaan

Ze slaat de bal over het net.

обратиться

Мой учитель часто обращается ко мне.

obratit‘sya

Moy uchitel‘ chasto obrashchayetsya ko mne.

aanspreken

Mijn leraar spreekt me vaak aan.

ходить

По этой тропе ходить нельзя.

khodit‘

Po etoy trope khodit‘ nel‘zya.

bewandelen

Dit pad mag niet bewandeld worden.

образовывать

Мы вместе образуем хорошую команду.

obrazovyvat‘

My vmeste obrazuyem khoroshuyu komandu.

vormen

We vormen samen een goed team.