Woordenlijst

импортировать

Мы импортируем фрукты из многих стран.

importirovat‘

My importiruyem frukty iz mnogikh stran.

importeren

We importeren fruit uit veel landen.

открывать

Можешь, пожалуйста, открыть эту банку для меня?

otkryvat‘

Mozhesh‘, pozhaluysta, otkryt‘ etu banku dlya menya?

openen

Kun je dit blikje voor me openen?

изучать

В моем университете учится много женщин.

izuchat‘

V moyem universitete uchitsya mnogo zhenshchin.

studeren

Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

отправлять

Эта компания отправляет товары по всему миру.

otpravlyat‘

Eta kompaniya otpravlyayet tovary po vsemu miru.

sturen

Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.

пробовать

Главный повар пробует суп.

probovat‘

Glavnyy povar probuyet sup.

proeven

De chef-kok proeft de soep.

нанимать

Компания хочет нанять больше людей.

nanimat‘

Kompaniya khochet nanyat‘ bol‘she lyudey.

aannemen

Het bedrijf wil meer mensen aannemen.

звонить

Кто звонил в дверной звонок?

zvonit‘

Kto zvonil v dvernoy zvonok?

bellen

Wie heeft er aan de deurbel gebeld?

заразиться

Она заразилась вирусом.

zarazit‘sya

Ona zarazilas‘ virusom.

besmet raken

Ze raakte besmet met een virus.

болтать

Они болтают друг с другом.

boltat‘

Oni boltayut drug s drugom.

kletsen

Ze kletsen met elkaar.

рассказать

У меня есть что-то важное, чтобы рассказать тебе.

rasskazat‘

U menya yest‘ chto-to vazhnoye, chtoby rasskazat‘ tebe.

vertellen

Ik heb iets belangrijks te vertellen.

кричать

Мальчик кричит как может громко.

krichat‘

Mal‘chik krichit kak mozhet gromko.

roepen

De jongen roept zo luid als hij kan.

приходить

Рад, что ты пришел!

prikhodit‘

Rad, chto ty prishel!

komen

Ik ben blij dat je bent gekomen!