لغت
یادگیری افعال – هلندی

worden
Ze zijn een goed team geworden.
شدن
آنها تیم خوبی شدهاند.

opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
یادداشت کردن
شما باید رمز عبور را یادداشت کنید!

studeren
De meisjes studeren graag samen.
مطالعه کردن
دخترها دوست دارند با هم مطالعه کنند.

stoppen
Ik wil nu stoppen met roken!
ترک کردن
من میخواهم از هماکنون سیگار را ترک کنم!

ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
کشف کردن
دریانوردان یک سرزمین جدید کشف کردهاند.

gaan
Waar gaan jullie beiden heen?
رفتن
شما هر دو به کجا میروید؟

verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.
شکست خوردن
سگ ضعیفتر در جنگ شکست میخورد.

openen
Kun je dit blikje voor me openen?
باز کردن
میتوانی لطفاً این قوطی را برای من باز کنی؟

werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
کار کردن روی
او باید روی تمام این پروندهها کار کند.

voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
گذشتن
دوران قرون وسطی گذشته است.

eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
توافق کردن
همسایهها نتوانستند در مورد رنگ توافق کنند.
