لغت
یادگیری افعال – هلندی

bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
دارا بودن
ماهی، پنیر و شیر زیادی پروتئین دارند.

belonen
Hij werd beloond met een medaille.
پاداش دادن
او با یک مدال پاداش داده شد.

ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
اخراج کردن
رئیس او را اخراج کرده است.

sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
لال کردن
آن مفاجأت او را لال میکند.

weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
حذف کردن
شما میتوانید شکر را در چای حذف کنید.

verdwalen
Mijn sleutel is vandaag verloren gegaan!
گم شدن
کلید من امروز گم شده!

opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
توجه کردن
باید به علایم جاده توجه کرد.

pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
نمایش دادن
او دوست دارد پول خود را نمایش بدهد.

controleren
De tandarts controleert de tanden.
بررسی کردن
دندانپزشک دندانها را بررسی میکند.

opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
یادداشت کردن
شما باید رمز عبور را یادداشت کنید!

uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.
فشار دادن
او لیمو را فشار میدهد.
