لغت

یادگیری افعال – هلندی

cms/verbs-webp/123619164.webp
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
شنا کردن
او به طور منظم شنا می‌زند.
cms/verbs-webp/102853224.webp
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
جمع کردن
دوره زبان دانشجویان را از سراسر دنیا جمع می‌کند.
cms/verbs-webp/114091499.webp
trainen
De hond wordt door haar getraind.
آموزش دادن
سگ توسط او آموزش داده شده است.
cms/verbs-webp/74693823.webp
nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
نیاز داشتن
تو برای تغییر تایر به یک وینچ نیاز داری.
cms/verbs-webp/111160283.webp
voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
تصور کردن
او هر روز چیزی جدید تصور می‌کند.
cms/verbs-webp/104476632.webp
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
ظرف شستن
من دوست ندارم ظرف‌ها را بشویم.
cms/verbs-webp/123380041.webp
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
اتفاق افتادن
آیا در تصادف کاری به او افتاده است؟
cms/verbs-webp/106851532.webp
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
نگاه کردن
آنها به هم مدت طولانی نگاه کردند.
cms/verbs-webp/99951744.webp
verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.
مظنون شدن
او مظنون است که دوست دختر او است.
cms/verbs-webp/114231240.webp
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
دروغ گفتن
وقتی می‌خواهد چیزی بفروشد، اغلب دروغ می‌گوید.
cms/verbs-webp/83661912.webp
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
آماده کردن
آنها یک وعده غذایی لذیذ آماده می‌کنند.
cms/verbs-webp/113253386.webp
lukken
Deze keer is het niet gelukt.
موفق شدن
این‌بار موفق نشد.