Lug’at

Zarflarni o’rganing – Dutch

cms/adverbs-webp/29115148.webp
maar
Het huis is klein maar romantisch.
lekin
Uy kichik, lekin romatik.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
juda
U hamma vaqti juda ishladi.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
pastga
U suvga pastga sakradi.
cms/adverbs-webp/142768107.webp
nooit
Men moet nooit opgeven.
hech qachon
Odamlar hech qachon berib tashlashmasligi kerak.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Het glas is half leeg.
yarim
Stakan yarim bo‘sh.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
in
De twee komen binnen.
ichida
Ikki kishi ichkariga kiryapti.
cms/adverbs-webp/66918252.webp
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
kamida
Sochxona kamida juda qimmat emas edi.
cms/adverbs-webp/23708234.webp
correct
Het woord is niet correct gespeld.
to‘g‘ri
So‘z to‘g‘ri yozilmagan.
cms/adverbs-webp/73459295.webp
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
ham
It ham stolga o‘tirishi mumkin.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
yetarli
U yugurmoqchi va shovqin bilan yetarli.
cms/adverbs-webp/96364122.webp
eerst
Veiligheid komt eerst.
birinchi
Xavfsizlik birinchi o‘rin oladi.
cms/adverbs-webp/135007403.webp
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
ichiga
U ichiga kiradi yoki tashqariga chiqadi?