Woordenlijst

Deens – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/49374196.webp
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
cms/verbs-webp/121670222.webp
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
cms/verbs-webp/124525016.webp
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
cms/verbs-webp/6307854.webp
naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.
cms/verbs-webp/123237946.webp
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
cms/verbs-webp/92207564.webp
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
cms/verbs-webp/116519780.webp
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
cms/verbs-webp/108991637.webp
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/66441956.webp
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/111063120.webp
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
cms/verbs-webp/54608740.webp
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
cms/verbs-webp/98294156.webp
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.