Woordenlijst

Hebreeuws – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/70864457.webp
brengen
De bezorger brengt het eten.
cms/verbs-webp/118759500.webp
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
cms/verbs-webp/101938684.webp
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
cms/verbs-webp/113418367.webp
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
cms/verbs-webp/59066378.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
cms/verbs-webp/92145325.webp
kijken
Ze kijkt door een gat.
cms/verbs-webp/101709371.webp
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.
cms/verbs-webp/107508765.webp
aanzetten
Zet de TV aan!
cms/verbs-webp/6307854.webp
naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.
cms/verbs-webp/85677113.webp
gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.
cms/verbs-webp/82669892.webp
gaan
Waar gaan jullie beiden heen?
cms/verbs-webp/66787660.webp
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.