Woordenlijst

Duits – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/33463741.webp
openen
Kun je dit blikje voor me openen?
cms/verbs-webp/102167684.webp
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
cms/verbs-webp/67955103.webp
eten
De kippen eten de granen.
cms/verbs-webp/123179881.webp
oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.
cms/verbs-webp/94482705.webp
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
cms/verbs-webp/78973375.webp
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
cms/verbs-webp/129945570.webp
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/92384853.webp
geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.
cms/verbs-webp/123367774.webp
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
cms/verbs-webp/33688289.webp
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
cms/verbs-webp/63935931.webp
draaien
Ze draait het vlees.
cms/verbs-webp/103163608.webp
tellen
Ze telt de munten.