Woordenlijst

Deens – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/125884035.webp
verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.
cms/verbs-webp/89636007.webp
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
cms/verbs-webp/82845015.webp
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.
cms/verbs-webp/60625811.webp
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
cms/verbs-webp/111750432.webp
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
cms/verbs-webp/67035590.webp
springen
Hij sprong in het water.
cms/verbs-webp/33463741.webp
openen
Kun je dit blikje voor me openen?
cms/verbs-webp/118485571.webp
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
cms/verbs-webp/77572541.webp
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
cms/verbs-webp/120762638.webp
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
cms/verbs-webp/122638846.webp
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
cms/verbs-webp/120220195.webp
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.