Woordenlijst

Deens – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/123367774.webp
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
cms/verbs-webp/95625133.webp
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
cms/verbs-webp/109099922.webp
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
cms/verbs-webp/75281875.webp
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
cms/verbs-webp/100466065.webp
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/121102980.webp
meerijden
Mag ik met je meerijden?
cms/verbs-webp/120762638.webp
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
cms/verbs-webp/123179881.webp
oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.
cms/verbs-webp/86196611.webp
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
cms/verbs-webp/65915168.webp
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
cms/verbs-webp/91603141.webp
weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.
cms/verbs-webp/9435922.webp
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.