Woordenlijst

Vietnamees – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/46998479.webp
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
cms/verbs-webp/117311654.webp
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.
cms/verbs-webp/104825562.webp
instellen
Je moet de klok instellen.
cms/verbs-webp/87994643.webp
wandelen
De groep wandelde over een brug.
cms/verbs-webp/120801514.webp
missen
Ik zal je zo erg missen!
cms/verbs-webp/95543026.webp
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.
cms/verbs-webp/92207564.webp
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
cms/verbs-webp/23258706.webp
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
cms/verbs-webp/89635850.webp
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
cms/verbs-webp/79582356.webp
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.
cms/verbs-webp/123211541.webp
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
cms/verbs-webp/95938550.webp
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.