Woordenlijst

Koreaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/96710497.webp
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
cms/verbs-webp/123298240.webp
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
cms/verbs-webp/118861770.webp
bang zijn
Het kind is bang in het donker.
cms/verbs-webp/90032573.webp
weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.
cms/verbs-webp/20225657.webp
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/108286904.webp
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
cms/verbs-webp/121820740.webp
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
cms/verbs-webp/99725221.webp
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
cms/verbs-webp/51119750.webp
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.
cms/verbs-webp/89516822.webp
straffen
Ze strafte haar dochter.
cms/verbs-webp/100585293.webp
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
cms/verbs-webp/104135921.webp
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.