لغت

یادگیری افعال – هلندی

cms/verbs-webp/122394605.webp
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
تغییر دادن
مکانیکی تایرها را تغییر می‌دهد.
cms/verbs-webp/96586059.webp
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
اخراج کردن
رئیس او را اخراج کرده است.
cms/verbs-webp/95938550.webp
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.
با خود بردن
ما یک درخت کریسمس با خود بردیم.
cms/verbs-webp/53646818.webp
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
وارد کردن
برف داشت می‌بارید و ما آنها را وارد کردیم.
cms/verbs-webp/83776307.webp
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
حرکت کردن
برادرزاده‌ام حرکت می‌کند.
cms/verbs-webp/113136810.webp
versturen
Dit pakket wordt binnenkort verstuurd.
فرستادن
این بسته به زودی فرستاده می‌شود.
cms/verbs-webp/81986237.webp
mengen
Ze mengt een vruchtensap.
مخلوط کردن
او یک آب میوه مخلوط می‌کند.
cms/verbs-webp/93221270.webp
verdwalen
Ik ben onderweg verdwaald.
گم شدن
من در راه گم شدم.
cms/verbs-webp/130288167.webp
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
تمیز کردن
او آشپزخانه را تمیز می‌کند.
cms/verbs-webp/33599908.webp
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
خدمت کردن
سگ‌ها دوست دارند به صاحبان خود خدمت کنند.
cms/verbs-webp/61245658.webp
uitspringen
De vis springt uit het water.
پریدن بیرون
ماهی از آب بیرون می‌پرد.
cms/verbs-webp/129945570.webp
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
پاسخ دادن
او با یک سوال پاسخ داد.