لغت

یادگیری افعال – هلندی

cms/verbs-webp/125402133.webp
aanraken
Hij raakte haar teder aan.
لمس کردن
او به طور محبت‌آمیز به او لمس می‌کند.
cms/verbs-webp/120368888.webp
vertellen
Ze vertelde me een geheim.
گفتن
او به من یک راز گفت.
cms/verbs-webp/92054480.webp
gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?
رفتن
دریاچه‌ای که اینجا بود به کجا رفت؟
cms/verbs-webp/116067426.webp
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.
فرار کردن
همه از آتش فرار کردند.
cms/verbs-webp/104135921.webp
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
وارد شدن
او اتاق هتل را وارد می‌شود.
cms/verbs-webp/111063120.webp
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
شناختن
سگ‌های غریب می‌خواهند یکدیگر را بشناسند.
cms/verbs-webp/118011740.webp
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
ساختن
بچه‌ها یک برج بلند می‌سازند.
cms/verbs-webp/113136810.webp
versturen
Dit pakket wordt binnenkort verstuurd.
فرستادن
این بسته به زودی فرستاده می‌شود.
cms/verbs-webp/67955103.webp
eten
De kippen eten de granen.
خوردن
جوجه‌ها دانه‌ها را می‌خورند.
cms/verbs-webp/47225563.webp
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
هم فکری کردن
در بازی‌های کارت باید هم فکری کنید.
cms/verbs-webp/77581051.webp
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?
پیشنهاد دادن
تو به من برای ماهی‌ام چه پیشنهاد می‌دهی؟
cms/verbs-webp/106591766.webp
genoeg zijn
Een salade is voor mij genoeg voor de lunch.
کافی بودن
یک سالاد برای من برای ناهار کافی است.