Slovník

Naučte se slovesa – holandština

cms/verbs-webp/98060831.webp
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
vydat
Nakladatel vydává tyto časopisy.
cms/verbs-webp/97335541.webp
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
komentovat
Každý den komentuje politiku.
cms/verbs-webp/90287300.webp
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
zvonit
Slyšíš zvonit zvonek?
cms/verbs-webp/96531863.webp
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
projít
Může tudy projít kočka?
cms/verbs-webp/121870340.webp
rennen
De atleet rent.
běžet
Atlet běží.
cms/verbs-webp/97784592.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
všímat si
Musíš si všímat dopravních značek.
cms/verbs-webp/102631405.webp
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
zapomenout
Nechce zapomenout na minulost.
cms/verbs-webp/115520617.webp
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.
přejet
Cyklista byl přejet autem.
cms/verbs-webp/111792187.webp
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
vybrat
Je těžké vybrat toho správného.
cms/verbs-webp/99633900.webp
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
zkoumat
Lidé chtějí zkoumat Mars.
cms/verbs-webp/44848458.webp
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
zastavit
Musíte zastavit na červenou.
cms/verbs-webp/119417660.webp
geloven
Veel mensen geloven in God.
věřit
Mnoho lidí věří v Boha.