Slovník

Naučte se slovesa – holandština

cms/verbs-webp/118485571.webp
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
dělat pro
Chtějí dělat něco pro své zdraví.
cms/verbs-webp/110775013.webp
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
zapsat
Chce si zapsat svůj podnikatelský nápad.
cms/verbs-webp/33493362.webp
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.
zavolat zpět
Prosím, zavolejte mi zpět zítra.
cms/verbs-webp/118826642.webp
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
vysvětlit
Dědeček vnukovi vysvětluje svět.
cms/verbs-webp/54887804.webp
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
garantovat
Pojištění garantuje ochranu v případě nehod.
cms/verbs-webp/101945694.webp
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
přespat
Chtějí si konečně jednu noc přespat.
cms/verbs-webp/75195383.webp
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
být
Neměl bys být smutný!
cms/verbs-webp/10206394.webp
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
vydržet
Těžko vydrží tu bolest!
cms/verbs-webp/110045269.webp
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.
dokončit
Každý den dokončuje svou běžeckou trasu.
cms/verbs-webp/115172580.webp
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
dokázat
Chce dokázat matematický vzorec.
cms/verbs-webp/99207030.webp
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
dorazit
Letadlo dorazilo včas.
cms/verbs-webp/47969540.webp
blind worden
De man met de badges is blind geworden.
oslepnout
Muž s odznaky oslepl.