Slovník

Naučte se slovesa – holandština

cms/verbs-webp/90643537.webp
zingen
De kinderen zingen een lied.
zpívat
Děti zpívají písničku.
cms/verbs-webp/113842119.webp
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
uplynout
Středověký období již uplynulo.
cms/verbs-webp/73880931.webp
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
čistit
Dělník čistí okno.
cms/verbs-webp/44159270.webp
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.
vrátit se
Učitelka vrátila eseje studentům.
cms/verbs-webp/102731114.webp
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
vydat
Nakladatel vydal mnoho knih.
cms/verbs-webp/42111567.webp
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
udělat chybu
Dobře přemýšlej, abys neudělal chybu!
cms/verbs-webp/99602458.webp
beperken
Moet handel worden beperkt?
omezit
Měl by být obchod omezen?
cms/verbs-webp/47969540.webp
blind worden
De man met de badges is blind geworden.
oslepnout
Muž s odznaky oslepl.
cms/verbs-webp/123619164.webp
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
plavat
Pravidelně plave.
cms/verbs-webp/61389443.webp
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
ležet
Děti společně leží na trávníku.
cms/verbs-webp/95625133.webp
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
milovat
Velmi miluje svou kočku.
cms/verbs-webp/87205111.webp
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.
převzít
Kobylky to převzaly.