Woordenlijst

Lets – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/120282615.webp
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/114272921.webp
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
cms/verbs-webp/94153645.webp
huilen
Het kind huilt in het bad.
cms/verbs-webp/120259827.webp
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
cms/verbs-webp/121820740.webp
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
cms/verbs-webp/100011930.webp
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
cms/verbs-webp/118008920.webp
beginnen
School begint net voor de kinderen.
cms/verbs-webp/21342345.webp
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
cms/verbs-webp/116067426.webp
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.
cms/verbs-webp/123170033.webp
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
cms/verbs-webp/120515454.webp
voeden
De kinderen voeden het paard.
cms/verbs-webp/99951744.webp
verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.