Woordenlijst

Engels (UK) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/89025699.webp
dragen
De ezel draagt een zware last.
cms/verbs-webp/79582356.webp
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.
cms/verbs-webp/79404404.webp
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!
cms/verbs-webp/94153645.webp
huilen
Het kind huilt in het bad.
cms/verbs-webp/97593982.webp
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/125116470.webp
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
cms/verbs-webp/125385560.webp
wassen
De moeder wast haar kind.
cms/verbs-webp/94312776.webp
weggeven
Ze geeft haar hart weg.
cms/verbs-webp/91997551.webp
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
cms/verbs-webp/115628089.webp
bereiden
Ze bereidt een taart.
cms/verbs-webp/101742573.webp
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.
cms/verbs-webp/125088246.webp
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.