Woordenlijst

Albanees – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/123786066.webp
drinken
Ze drinkt thee.
cms/verbs-webp/112970425.webp
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
cms/verbs-webp/125402133.webp
aanraken
Hij raakte haar teder aan.
cms/verbs-webp/101556029.webp
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
cms/verbs-webp/55128549.webp
gooien
Hij gooit de bal in de mand.
cms/verbs-webp/43956783.webp
weglopen
Onze kat is weggelopen.
cms/verbs-webp/68841225.webp
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/118759500.webp
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
cms/verbs-webp/8451970.webp
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
cms/verbs-webp/8482344.webp
kussen
Hij kust de baby.
cms/verbs-webp/59121211.webp
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
cms/verbs-webp/102167684.webp
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.