Woordenlijst

Albanees – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/57574620.webp
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
cms/verbs-webp/81236678.webp
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.
cms/verbs-webp/58292283.webp
eisen
Hij eist compensatie.
cms/verbs-webp/67095816.webp
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
cms/verbs-webp/57207671.webp
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
cms/verbs-webp/100466065.webp
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/68561700.webp
open laten
Wie de ramen open laat, nodigt inbrekers uit!
cms/verbs-webp/121180353.webp
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
cms/verbs-webp/102327719.webp
slapen
De baby slaapt.
cms/verbs-webp/33599908.webp
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
cms/verbs-webp/31726420.webp
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.
cms/verbs-webp/108350963.webp
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.