Woordenlijst

Koreaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/98977786.webp
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
cms/verbs-webp/118483894.webp
genieten
Ze geniet van het leven.
cms/verbs-webp/118343897.webp
samenwerken
We werken samen als een team.
cms/verbs-webp/99951744.webp
verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.
cms/verbs-webp/120193381.webp
trouwen
Het stel is net getrouwd.
cms/verbs-webp/114593953.webp
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
cms/verbs-webp/38753106.webp
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
cms/verbs-webp/95056918.webp
leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.
cms/verbs-webp/113393913.webp
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
cms/verbs-webp/96571673.webp
schilderen
Hij schildert de muur wit.
cms/verbs-webp/27076371.webp
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/123237946.webp
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.