Woordenlijst

Engels (US) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/78973375.webp
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
cms/verbs-webp/91254822.webp
plukken
Ze plukte een appel.
cms/verbs-webp/108218979.webp
moeten
Hij moet hier uitstappen.
cms/verbs-webp/57481685.webp
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
cms/verbs-webp/129002392.webp
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
cms/verbs-webp/102447745.webp
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
cms/verbs-webp/68761504.webp
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/55128549.webp
gooien
Hij gooit de bal in de mand.
cms/verbs-webp/111063120.webp
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
cms/verbs-webp/92266224.webp
uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
cms/verbs-webp/88615590.webp
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
cms/verbs-webp/40326232.webp
begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!