Woordenlijst

Engels (US) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/99207030.webp
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
cms/verbs-webp/44848458.webp
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
cms/verbs-webp/129300323.webp
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/108295710.webp
spellen
De kinderen leren spellen.
cms/verbs-webp/119895004.webp
schrijven
Hij schrijft een brief.
cms/verbs-webp/102731114.webp
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
cms/verbs-webp/117284953.webp
uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.
cms/verbs-webp/63935931.webp
draaien
Ze draait het vlees.
cms/verbs-webp/107996282.webp
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
cms/verbs-webp/118596482.webp
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.
cms/verbs-webp/19351700.webp
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
cms/verbs-webp/84506870.webp
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.