Woordenlijst

Zweeds – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/40094762.webp
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.
cms/verbs-webp/96710497.webp
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
cms/verbs-webp/119501073.webp
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
cms/verbs-webp/66441956.webp
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/68779174.webp
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
cms/verbs-webp/128159501.webp
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/102304863.webp
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
cms/verbs-webp/859238.webp
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/34567067.webp
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/8482344.webp
kussen
Hij kust de baby.
cms/verbs-webp/43483158.webp
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
cms/verbs-webp/123213401.webp
haten
De twee jongens haten elkaar.