Woordenlijst

будити

Будильник будить її о 10 ранку.

budyty

Budylʹnyk budytʹ yiyi o 10 ranku.

wekken

De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.

завершити

Вони завершили складне завдання.

zavershyty

Vony zavershyly skladne zavdannya.

voltooien

Ze hebben de moeilijke taak voltooid.

натискати

Він натискає кнопку.

natyskaty

Vin natyskaye knopku.

drukken

Hij drukt op de knop.

грати

Дитина віддає перевагу грі наодинці.

hraty

Dytyna viddaye perevahu hri naodyntsi.

spelen

Het kind speelt liever alleen.

боятися

Ми боїмося, що людина серйозно поранена.

boyatysya

My boyimosya, shcho lyudyna seryozno poranena.

vrezen

We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.

проходити

Час іноді проходить повільно.

prokhodyty

Chas inodi prokhodytʹ povilʹno.

voorbijgaan

De tijd gaat soms langzaam voorbij.

здавати

Студенти здали іспит.

zdavaty

Studenty zdaly ispyt.

slagen

De studenten zijn geslaagd voor het examen.

бути достатньо

Салат для мене достатньо на обід.

buty dostatnʹo

Salat dlya mene dostatnʹo na obid.

genoeg zijn

Een salade is voor mij genoeg voor de lunch.

дивитися

Вона дивиться через бінокль.

dyvytysya

Vona dyvytʹsya cherez binoklʹ.

kijken

Ze kijkt door een verrekijker.

звертати увагу

Потрібно звертати увагу на дорожні знаки.

zvertaty uvahu

Potribno zvertaty uvahu na dorozhni znaky.

opletten

Men moet opletten voor de verkeersborden.

працювати над

Він має працювати над всіма цими файлами.

pratsyuvaty nad

Vin maye pratsyuvaty nad vsima tsymy faylamy.

werken aan

Hij moet aan al deze bestanden werken.

бачити

З окулярами можна краще бачити.

bachyty

Z okulyaramy mozhna krashche bachyty.

zien

Je kunt beter zien met een bril.