Woordenlijst

торкатися

Він торкнувся її ніжно.

torkatysya

Vin torknuvsya yiyi nizhno.

aanraken

Hij raakte haar teder aan.

залишати

Вона залишила мені шматок піци.

zalyshaty

Vona zalyshyla meni shmatok pitsy.

achterlaten

Ze liet een stuk pizza voor me achter.

працювати

Мотоцикл зламався; він більше не працює.

pratsyuvaty

Mototsykl zlamavsya; vin bilʹshe ne pratsyuye.

werken

De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.

ночувати

Ми ночуємо в автомобілі.

nochuvaty

My nochuyemo v avtomobili.

overnachten

We overnachten in de auto.

вбивати

Я вб‘ю муху!

vbyvaty

YA vb‘yu mukhu!

doden

Ik zal de vlieg doden!

надсилати

Ця компанія надсилає товари по всьому світу.

nadsylaty

Tsya kompaniya nadsylaye tovary po vsʹomu svitu.

sturen

Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.

повертати

Вона повертає м‘ясо.

povertaty

Vona povertaye m‘yaso.

draaien

Ze draait het vlees.

малювати

Він малює стіну на біло.

malyuvaty

Vin malyuye stinu na bilo.

schilderen

Hij schildert de muur wit.

вважати важким

Обом важко прощатися.

vvazhaty vazhkym

Obom vazhko proshchatysya.

moeilijk vinden

Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.

тренуватися

Він тренується кожен день на своєму скейтборді.

trenuvatysya

Vin trenuyetʹsya kozhen denʹ na svoyemu skeytbordi.

oefenen

Hij oefent elke dag met zijn skateboard.

повторювати рік

Студент повторив рік.

povtoryuvaty rik

Student povtoryv rik.

overdoen

De student heeft een jaar overgedaan.

малювати

Я нарисував для вас гарний малюнок!

malyuvaty

YA narysuvav dlya vas harnyy malyunok!

schilderen

Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!